Verklarende woordenlijst: een beschrijving van veel gebruikte aquarium termen
-
Woorden beginend met: #, A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, Q, R, S, T, U, V, W, X, Y, Z, Alles,
Kies de gewenste letter!
Alle woorden
- Aar
- Bloeiwijze met lang gestrekte hoofdas, waarlangs ongesteelde afzonderlijke bloemen zitten.
- Adiabatische koeling
- Koeling door middel van het verdampen van water. De temperatuur van het water daalt doordat de energie in het verdampingsproces gaat zitten.
- Adventiefknoppen
- Knoppen aan wortels, bladeren of bloeiwijzen, die of spontaan of na beschadiging van de plant ontstaan.
- Adventiefplanten
- Planten aan wortels, bladeren of bloeiwijzen, die of spontaan of na beschadiging van de plant ontstaan.
- Aflegger
- Voor beworteling op de bodem afgelegd plantendeel.
- Afwisselende bladstand
- De bladeren staan afwisselend links en rechts van de stengel.
- Agnatha
- Vissen zonder kaken.
- Alg
- Plant met een lage ontwikkeling
Plant met een lage ontwikkeling
- Algicide
- Algendodende stof
Algendodende stof
- Alkalisch
- Kalkhoudende reactie van het water
Kalkhoudende reactie van het water
- Amfibisch
- Zowel in het water als op het land levend.
Zowel in het water als op het land levend.
- Ammonium
- Ammonium is het eerste tussenproduct wat door bacteriƫn wordt gemaakt uit stikstofhoudende afval.
Ammonium is het eerste tussenproduct wat door bacteriƫn wordt gemaakt uit stikstofhoudende afval.
- Anaƫroob
- Zonder zuurstof.
Zonder zuurstof.
- Anatomie
Wetenschap van de inwendige bouw van organismen, de cel- en weefselleer omvattend.
- Anthere
Helmhokje.
- Anthese
Ontwikkelingsfase van de bloemorganen van het eind van het knopstadium tot het begin van het verwelken.
- Anthocyaan
In het celsap opgeloste kleurstoffen, waarvan het kleurkarakter o. a. van de pH-waarde van het celsap afhangt.
- Apomixis
Voortplanting, die schijnbaar met de seksuele overeenkomt, maar in werkelijkheid zonder bevruchting plaatsvindt; zaadvorming zonder voorafgaande bevruchting.
- Artemia
- Artemia zijn pekelkreeftjes, die in de zoutmeren in de Verenigde Staten leven. De eitjes daarvan hebben de prettige eigenschap dat ze heel lang houdbaar zijn en als ze uitkomen hoogwaardig voedsel leveren voor jonge visjes. (de larfjes (Artemia-naupliƫn) zijn piepklein). Nog een voordeel is dat ze bewegen, zodat jonge visjes er instinctief naar happen.
Artemia zijn pekelkreeftjes, die in de zoutmeren in de Verenigde Staten leven. De eitjes daarvan hebben de prettige eigenschap dat ze heel lang houdbaar zijn en als ze uitkomen hoogwaardig voedsel leveren voor jonge visjes. (de larfjes (Artemia-naupliƫn) zijn piepklein). Nog een voordeel is dat ze bewegen, zodat jonge visjes er instinctief naar happen.
- Assimilatie
- Opbouw van lichaamseigen organische stoffen uit anorganische of andere organische stoffen. Vaak verstaat men onder assimilatie in het bijzonder de vorming van zetmeel uit kooldioxide en water met behulp van lichtenergie en bladgroen (zie fotosynthese).
Opbouw van lichaamseigen organische stoffen uit anorganische of andere organische stoffen. Vaak verstaat men onder assimilatie in het bijzonder de vorming van zetmeel uit kooldioxide en water met behulp van lichtenergie en bladgroen (zie fotosynthese).
- Basaal
Aan de basis, wortelstandig.
- Bentisch
Zeevissen die op de bodem van de zee leven.
- Bestuiving
Overdragen van stuifmeel op de stempel
- Bevruchting
Vereniging van de kernen van de mannelijke en vrouwelijke bloemen
- Biparenteel
Beide ouders verzorgen/broeden de jongen uit.
- Bladgroen
Zie chlorophyl
- Bladoksel
De hoek tussen blad en steel
- Bladsteel
De steel, die het blad draagt
- Bloem
Het deel van de plant, dat dient voor de geslachtelijke vermeerdering
- Bloembekleedsels
De buitenste steriele bloembladeren, die de fertiele (vruchtbare) organen omgeven. De bloemdekbladeren zijn gelijk (perigonium) of verschillend gevormd en in kelk en kroon verdeeld.
- Bloemknop
Nog niet ontplooide bloem of in rust verkerende spruit
- Bloemschacht
Het deel van de steel, dat de bloesem draagt
- Bloemsteel
Steel van een enkele bloem
- Bloesem
Uit verschillende bloemen samengesteld
- Bloesemkrans
Etage van een bloesem
- Bodemuitloper
Vorm van vegetatieve vermeerdering waarbij de wortels nieuwe planten vormen.
- Bractee
Schutblad van een bloem.
- Buikwaterzucht
Bij deze ziekte zwelt de vis op en eet niet meer.
- Bulloos
Blazig, gebobbeld.
- Chasmogamie
Bestuiving bij bloemen, die zich openen en voor bestuiving met stuifmeel uit andere bloemen toegankelijk zijn.
- Chlorofiel
Bladgroen, zie Fotosynthese.
- Chondrichthyes
Kraakbeenachtige vissen.
- Cleistogamie
Zelfbevruchting binnen de gesloten bloem.
- CO2
- Gasvormige koolstofverbinding
Zie kooldioxide
- Cultivar
Een plant die in het wild niet voorkomt maar door een kweker is āgemaaktā, vaak uit twee andere planten.
- Cuticula
Een door de epidermis-oppervlakte uitgescheiden waslaag; bij alle hoger ontwikkelde planten een voor gas en water slecht doorlaatbare, uit cutine bestaande laag ter vermindering van de verdamping.
- Dagneutrale planten
De belichtingsduur (daglengte) heeft geen invloed op de bloemvorming.
- Diadroom
Soms in zoetwater, soms in de zoutwater levende vis.
- Dichasium
Vertakkingsvorm, waarbij de twee zijtakken de voortzetting van de moedertak vormen.
- Dichotoom
Gaffelvormig vertakt met twee gelijkwaardige zijtakken.
- Diffusie
Uitwisseling van moleculen totdat er een evenwichtstoestand ontstaat
- Diffusieoppervlak
Oppervlak waar de diffusie plaatsvindt
- Diplolid
Cellen met dubbel aantal chromosomen.
- Doosvrucht
Uit enkele vergroeide vruchtbladen gevormde vrucht, die bij rijpheid open springt.
- Dwarsnerf
Kortere bladnerven, die in een hoek af staan van de lengtenerven
- Eenhuizig
Planten die bloemen hebben die hetzij slechts meeldraden (mannelijk) of slechts stampers (vrouwelijk) bevatten.
- Eenjarig
De totale levensloop van een plant, van de kieming tot aan het rijpen van de vrucht, voltrekt zich binnen Ć©Ć©n groeiperiode.
- Eenslachtig
Bloemen waarin zich hetzij slechts vrouwelijke (stampers), hetzij slechts mannelijke (meeldraden) geslachtsorganen bevinden.
- Emers
Boven water levend.
- Endeem
Organisme dat in tegenstelling tot een kosmopoliet van nature slechts in een klein gebied voorkomt.
- Epidermis
Opperhuid, oppervlaktecellaag van hogere planten en dieren.
- Epifyt
Een epipyt is een plant die op een andere plant groeit. Maar zijn voeding niet uit de andere plant haalt. Bijvoorbeeld: mos, korstmos, orchideeƫn, bromelia's (met name Tillandsia's) en algen
- Epipelagisch
Zeevissen die ver uit de kust en vlak bij het wateroppervlak leven.
- Esthetiek
Betrekking hebben op de waardering van het schone
- Eutroof
Voedselrijk.
- Fertiel
Vruchtbaar.
- Filament
Helmdraad.
- Fosfaat
- PO4
PO4
- Fotosynthese
- Fysiologisch proces, waarbij uit anorganische stoffen onder katalytische medewerking van het bladgroen en onder benutting van het zonlicht organische stoffen (koolhydraten) worden opgebouwd, vaak ook als assimilatie in engere zin aangeduid.
Fysiologisch proces, waarbij uit anorganische stoffen onder katalytische medewerking van het bladgroen en onder benutting van het zonlicht organische stoffen (koolhydraten) worden opgebouwd, vaak ook als assimilatie in engere zin aangeduid.
- Franse Rode Klei
Een kleisoort uit frankrijk met een hoge concentratie ijzer. Prima voor in de bodem van het aquarium. Kan ook gebruikt worden als bijvoeding door er balletjes van te maken.
- FRK
Een kleisoort uit frankrijk met een hoge concentratie ijzer. Prima voor in de bodem van het aquarium. Kan ook gebruikt worden als bijvoeding door er balletjes van te maken.
- Gedeformeerd
Afwijkend van de goede
- Geslachtelijke voortplanting
Voortplanting langs geslachtelijke weg (b. v. door zaden).
- Gesteeld
Als het blad op een steel zit
- GH
De Gh-waarde, of ook wel de totale hardheid, is het totaal van calcium en magnesiumzouten. Deze mineralen zijn nodig voor de planten die deze als voedingsstof verbruiken.
- Grondstandig
Bladeren, die uit de wortelstok naar boven groeien
- Gynoecium
Het totaal van de vrouwelijke organen resp. de stampers van een bloem.
- Heteromorf
Verschillend gevormd.
- Heterophyl
Met verschillende bladeren
- HMF
Hamburger Matten Filter
- HQI
Metaaldamp lamp
- Huidmondjes
Openingen in de epidermis van de planten, die door twee bijzonder gevormde sluitcellen zijn omgeven; ze reguleren de opname van kooldioxide en de afgifte van waterdamp voor de fotosynthese.
- Hypanthium
Bloembeker; een buisvormig deel tussen het vruchtbeginsel en de overige bloemorganen.
- Indusium
Sluier, het tere omhulsel, dat bij de varens de groep sporangiƫn omhult.
- Intercellulaire ruimten
Ruimten tussen de cellen, die een samenhangend, met lucht gevuld systeem vormen.
- Internodiƫn
Tussen twee knopen (nodiƫn) liggend stengelstuk.
- Kalkvliedend
Planten, die geen kalk verdragen kalkhardheid door kalk veroorzaakte hardheid van water
- KH
De KH waarde wordt gemeten als carbonaatgehalte (CO32-) in het water, ook wel de carbonaathardheid genoemd. De KH waarde is tevens van grote invloed op de pH waarde omdat het werkt als een buffer tegen verzuring. De balans tussen carbonaten en bicarbonaten zorgt in combinatie met koolzuurgas voor een stabiele pH-waarde zolang er voldoende carbonaten/bicarbonaten in het water aanwezig zijn.
- Kiemen
De eerste aanzet van het zaad tot een plant
- Knoop
iets verdikte plaats, waar het blad aan de stengel zit
- Kooldioxide
- Gasvormige koolstofverbinding (C02)
Gasvormige koolstofverbinding (C02)
- Koolzuur
In water opgeloste kooldioxide (H2C03)
- Korte-dagplant
Planten die bij een dagelijkse belichtingsduur van minder dan 12 uur bloeien.
- Kosmopoliet
Plantensoort die min of meer over de gehele aarde is verspreid.
- Kransgewijze bladstand
Drie of meer bladeren zijn in een krans gerangschikt.
- Kruisgewijze bladstand
De bladeren staan twee aan twee tegenover elkaar, en eik bladpaar staat loodrecht op het vorige.
- Lancetvormige bladvormen
Grootste doorsnede van de bladschijf ligt onder het midden.
- Lange-dagplant
Planten, die bij een dagelijkse belichtingsduur van meer dan 12 uur bloeien.
- Larvofiel
Bij larvofiele muilbroeders worden de eieren eerst gelegd en worden de larven bij het uitkomen (of kort daarna) in de bek genomen.
- Leem
Mengsel uit klei en zand
- Lengtenerf
Van de bladbasis naar de bladpunt lopen de nerf
- LFS
Local Fish Store
- LFS
- Local Fish Store (lokale vissen winkel)
- Lijnvormige bladvorm
Breedte tot lengte als 1 6 tot 8; bladranden parallel.
- Lintvormige bladvorm
Breedte tot lengte als 1
- Luchtblad
Blad, dat zich boven water ontwikkelt
- Lumen
De hoeveelheid licht die een lamp per seconde geeft.
- Lux
Waarde waarmee licht gemeten wordt
- Macrosporangium
Sporenhoopje voor macrosporen.
- Macrospore
Vrouwelijke (grotere) spore.
- Mannelijke bloemen
Bloemen, die slechts meeldraden dragen.
- Mesotroof
Gemiddelde voedselrijkdom tussen oligotroof (voedselarm) en eutroof (voedselrijk).
- Micro-Siemens
Het geleidende vermogen (uS), ook wel micro-Siemens genoemd geeft de hoeveelheid opgeloste stoffenweer in het water.
- Microsporangium
Sporenhoopje voor microsporen.
- Microspore
Mannelijke (kleine) spore.
- Middennerf
De nerf, die van de bladbasis naar de blad punt loopt
- Modificatie
Door milieuveranderingen veroorzaakte omvorming in een plant
- Moerasplant
Plant van vochtige of natte bodem
- monotypisch
- een soort
Er komt maar een soort voort uit een montypisch geslacht.
- Morfologie
Wetenschap van de uitwendige bouw of vorm van dieren en planten.
- MTS
- Multiple Tank Sydrome (Meerdere Bakken Gekte)
Multiple Tank Sydrome (Meerdere Bakken Gekte)
- Muilbroeders
De vissen broeden de eieren uit in de mond.
- Mutatie
Een spontaan optredende verandering van het erfelijk materiaal.
- NBAT
Nederlandse Bond Aqua Terra
- nbat
Nederlandse Bond Aqua Terra
- Nectariƫn
Honingklieren, afscheidingsorganen, die nectar ter aanlokking van insecten afscheiden.
- Niche
Het totaal van de omstandigheden, die een bepaalde soort het leven mogelijk maken.
- Nitraat
- NO3: Is een eindproduct uit de stikstofkringloop. Het is het laatste product uit de aƫrobe kringloop van de afbraak van afvalstoffen tot voedingsstoffen voor de planten.
NO3: Is een eindproduct uit de stikstofkringloop. Het is het laatste product uit de aƫrobe kringloop van de afbraak van afvalstoffen tot voedingsstoffen voor de planten.
- Nitriet
- NO2: Is een zeer giftig tussenproduct uit de stikstofkringloop. Zelfs bacteriƫn sterven hieraan als concentraties boven 1,5 mg/l ontstaan. Voor vissen kan een nitrietgehalte boven 0,15 mg/l al giftig en zelfs dodelijk werken.
NO2: Is een zeer giftig tussenproduct uit de stikstofkringloop. Zelfs bacteriƫn sterven hieraan als concentraties boven 1,5 mg/l ontstaan. Voor vissen kan een nitrietgehalte boven 0,15 mg/l al giftig en zelfs dodelijk werken.
- NO2
- Nitriet: Is een zeer giftig tussenproduct uit de stikstofkringloop. Zelfs bacteriƫn sterven hieraan als concentraties boven 1,5 mg/l ontstaan. Voor vissen kan een nitrietgehalte boven 0,15 mg/l al giftig en zelfs dodelijk werken.
Nitriet: Is een zeer giftig tussenproduct uit de stikstofkringloop. Zelfs bacteriƫn sterven hieraan als concentraties boven 1,5 mg/l ontstaan. Voor vissen kan een nitrietgehalte boven 0,15 mg/l al giftig en zelfs dodelijk werken.
- NO3
- Nitraat: Is een eindproduct uit de stikstofkringloop. Het is het laatste product uit de aƫrobe kringloop van de afbraak van afvalstoffen tot voedingsstoffen voor de planten.
Nitraat: Is een eindproduct uit de stikstofkringloop. Het is het laatste product uit de aƫrobe kringloop van de afbraak van afvalstoffen tot voedingsstoffen voor de planten.
- Nodiƫn
- Knopen, stengelknopen (aanhechtingsplaats van de bladeren bij stengelplanten).
Knopen, stengelknopen (aanhechtingsplaats van de bladeren bij stengelplanten).
- Nomenclatuur
Leer van de naamgeving. De door Linnaeus ingevoerde naamgeving van dieren en planten naar geslacht en soort (binaire nomenclatuur). Bij het niet inachtneming van deze regels is een gegeven naam meestal ongeldig.
- Oecologie
Wetenschap van de relaties van de organismen tot elkaar en tot hun omgeving.
- Oligotroof
Voedselarm.
- Osteichthyes
Vissen met botten.
- Overblijvend
De plant bloeit en draagt vrucht gedurende verscheidene jaren.
- Overwinteringsknoppen
Zie Turionen
- Ovofiele
Bij ovofiele muilbroeders worden de eieren direct na het leggen in de bek genomen en uitgebroed.
- Ovovivipaar
Eierlevendbarend
- Paludarium
Nabootsing van een moerasbiotoop voor vochtminnende dieren en planten, gewoonlijk met water- en landdeel. maternaal
- Paternaal
De vader verzorgd/broed de jongen uit.
- Perianth
Dubbel bloemdek, meestal uit een groene kelk en opvallend gekleurde kroon bestaand.
- Perigonium
Bloemdek bestaande uit gelijkvormige en gelijk gekleurde bloemdekbladeren. Er is dus geen verschil tussen kelk- en kroonbladen.
- PH-waarde
Getalsmatige uitdrukking van de zure of basische reactie van stoffen. De pH waarde geeft het aantal vrije waterstof (H+ ) ionen weer. Het aantal H+ ionen bepaald de zuurgraad van het water in een schaal van 0-14. Water (H2O) is opgebouwd uit H+ en OH- ionen.
- Pistillodium
Steriele stempel.
- Plantenstraatje
Langgerekte formatie van planten in de aquariuminrichting
- PO4
- Fosfaat
Fosfaat
- Polymorf
Veelvormig.
- Pp
- Afkorting van pondus Hydrogenii = gewicht van de waterstof
Afkorting van pondus Hydrogenii = gewicht van de waterstof
- Primaire bladeren
De bij veel planten na de kiembladeren verschijnende, van de latere bladeren verschillende eerste bladeren.
- Primaire nerf
Hoofd- of middennerf, waarvan de andere nerven afbuigen
- Proliferatie
Levendbarende plantenvorming
- Pseudovivipaar
Schijnbaar levendbarend
- Redoxpotentiaal
(rH-waarde) Dit is de verhouding tussen reducerende en oxiderende stoffen. De reducerende stoffen zijn o.a. de afvalstoffen, zoals bijvoorbeeld de afvalstoffen van vissen Hiervoor is dus zuurstof nodig om dat te verwerken. De oxiderende stoffen zijn stoffen zoals bijvoorbeeld zuurstof en ozon waarmee de afvalstoffen verwerkt kunnen worden (door baccies bv).
- Revisie
Herziening van de nomenclatuur
- Rizoid
Een- of meercellige haren, die de wortels vervangen. Hun functie is hoofdzakelijk de verankering in/aan het substraat.
- Rizoom
Wortelstok, ondergronds, meer of minder verdikt stengelstuk. De rizomen slaan vaak zetmeel op.
- Rozetplant
Bodemstandige plant, waarvan de bladeren een rozet vormen
- Rudimentair
Gedegenereerde maar nog aanwezige organen, die hun oorspronkelijke functie verloren hebben.
- Scherm
- Bloeiwijze
Bloeiwijze met verkorte hoofdas, waarop de ongeveer van Ć©Ć©n punt straalvormig uitgaande, meer of minder lang gesteelde afzonderlijke bloemen staan. Als in plaats van de afzonderlijke bloempjes weer kleine schermpjes zitten, spreekt men van een samengesteld scherm.
- Schijnaar
Gedrongen pluimvormige bloeiwijze.
- Schildvormig
De steel is in het midden van de bladschijf aangehecht.
- Secundaire bladeren
Na de primaire bladeren verschijnende bladeren met de voor die soort kenmerkende vorm.
- Semi-emers
Planten, die gedeeltelijk onder water en gedeeltelijk met hun scheuten boven de oppervlakte uitsteken.
- Solitairplant
Een afzonderlijk staande plant
- Sp.
Zie Species
- Spadix
Bloemkolf.
- Spatelvormig
Bladschijf langer dan breed, top breed afgerond, voet breed in de steel aflopend.
- Spatha
Een vaak opvallend gekleurde bractee, typische voor Aronskelkachtige planten.
- Spirulina
Voedsel dat voornamelijk bestaat uit de zee-alg Spirulina. Het vormt voor vissen met een hoofdzakelijk plantaardig menu een hoogwaardig voedsel waar andere vissen ook vaak goed mee uit de voeten (vinnen) kunnen. Het is verkrijgbaar in de vorm van vlokken, sticks, tabletten en granulaat (kleine korrels)
- Sporangium
Sporenhoopje.
- Sporocarpiƫn
De door een dikke sluier volledig omsloten sporenhoopjes van watervarens.
- Sporofyllen
Sporenbladeren, de sporangiƫn dragende bladeren van varens.
- Staminodiƫn
Rudimentaire, steriele meeldraden, die geen vruchtbaar stuifmeel voortbrengen.
- Stempel
Het uiteinde van de stamper waarop voor de bevruchting stuifmeel moet worden afgezet.
- stengelplant
Plant,die haar bladeren op een stengel vormt
- stuifmeel
Zaad van de plant
- Submers
Ondergedoken, onder water levend.
- Sympatrisch
Aanduiding voor soorten met gelijke of overlappende verspreidingsgebieden.
- Synandrium
Orgaan door de vergroeiing van het totaal der meeldraden ontstaan.
- Syncarpium
Vrucht, die uit twee of meer vergroeide vruchtbladeren van Ć©Ć©n of meer bloemen ontstaat, b. v. bij Cryptocoryne-soorten of bij Ananas (uit verscheidene vergroeide vruchten gevormd).
- Synoniem
Ongeldige plantennaarn.
- Syntoop
Op dezelfde groeiplaats voorkomend.
- Systematiek
Vakrichting van de biologie met de taak, de evolutionair bepaalde verwantschappen bij dieren en planten vast te stellen en ze in een systeem te rangschikken. Een deelgebied van de systematiek is de taxonomie.
- Taxonomie
De leer van de wetmatigheden van de ordening, met de opgave de organismen te beschrijven, te benoemen en in een systeem te rangschikken.
- Tegenoverstaande bladstand
De bladeren staan twee aan twee tegenover elkaar. Wanneer de bladeren kruisgewijs tegenover elkaar staan spreekt men van kruisgewijze bladstand (zie aldaar).
- Tepalen
De afzonderlijke blaadjes van een perigonium (bloemdek, als dat niet in kelk en kroon is verdeeld).
- Thallus
Plantenlichaam, vooral van algen, korstmossen en eenvoudige mossen; niet in stengel, bladeren en wortels verdeeld.
- Tillandsia
Het plantengeslacht Tillandsia van de Bromeliafamilie (Bromeliaceae) telt meer dan 400 soorten en komt voor in bossen, woestijnen en bergen van Midden- en Zuid-Amerika, Mexico en het zuiden van de Verenigde Staten. De meeste tillandsia's zijn epifyt.
- Toppen
Afsnijden van de groeipunt (bovenkant van de stengelplant).
- Transpiratie
Afgifte van waterdamp.
- TriploĆÆd
Cellen met het drievoudige aantal chromosomen.
- Tros
Bloeiwijze met langs een gestrekte stengel gerangschikte, gesteelde bloemen.
- ttiwwop
This Thread Is Worthless Without Pictures
- Turionen
Overwinteringsknoppen van talrijke waterplanten. Ze worden in de herfst gevormd, overwinteren op de bodem van het water en stijgen pas in het voorjaar weer naar de oppervlakte, waar ze zich tot nieuwe planten ontwikkelen.
- Tweehuizig
Mannelijke en vrouwelijke bloemen zijn over afzonderlijke (eenslachtige) planten verdeeld.
- Tweeslachtige bloemen
Bloemen, waarin zowel meeldraden als stampers aanwezig zijn (mannelijk en vrouwlijk).
- Type-vindplaats
De vindplaats, waar het exemplaar, waarnaar de plant is beschreven, werd verzameld.
- Uitloper
Vorm van vegetatieve vermeerdering
- Var.
Afkorting voor variƫteit
- Variƫteit
Veranderd, verscheiden Meestal wordt er een gekweekte versie van een plant mee bedoeld (zeg een kleurvariant)
- Vedernervig
Als de zijnerven aan een middennerf ontspringen
- Vegetatieve vermeerdering
Voortplanting langs ongeslachtelijke weg (b. v. door zijscheuten, afleggers, enz.).
- Vrucht
Het voortplantingsorgaan, dat de zaden bevat
- Vruchtbladen
Bladorganen van de plant, die de zaadknoppen voortbrengen.
- Vruchtknop
Vrouwelijk deel van de bloem, waar de vruchten ontstaan
- VVV
http://www.venividivissie.org
- Wagt
Wordt Aan GewerkT
- Waterblad
In het water gevormd blad
- Waterhardheid
Door hardheid veroorzaakte reactie van het water (GH, KH)
- Wildvorm
Tegenstelling van een gekweekte plant (zoals in de natuur voorkomt).
- Wisselstandig
De bladeren staan afwisselend aan de stengel
- Witte stip
Witte stip verschijnt als kleine witte stipjes. De blaasjes barsten open en de parasieten kunnen dan de andere vissen besmetten.
- Wortelhals
Gedeelte tussen wortel en kiemstengel
- Wortelstok
Min of meer verdikt, meestal loodrechte spruit (rhizoom) waaruit de wortels groeien, meestal reservoir voor reservevoedsel stoffen
- Zaad
Een na de bevruchting gevormd orgaan voor de voortplanting, waarin de jonge kiem door een beschermend omhulsel is omgeven
- Zijnerf
Uit de middennerf ontspringende nerf
- Zijspruit
Uit de hoofdspruit komende spruit
- Zuurmantel
- Een om de plantwortel gevormde citroen-zuurmantel voor het oplossen van de voedselstoffen bij de wortels.
Een om de plantwortel gevormde citroen-zuurmantel voor het oplossen van de voedselstoffen bij de wortels.
Omhoog