Verklarende woordenlijst: een beschrijving van veel gebruikte aquarium termen

Kies de gewenste letter!

Alle woorden

Aar
Bloeiwijze met lang gestrekte hoofdas, waarlangs ongesteelde afzonderlijke bloemen zitten.

Adiabatische koeling
Koeling door middel van het verdampen van water. De temperatuur van het water daalt doordat de energie in het verdampingsproces gaat zitten.

Adventiefknoppen
Knoppen aan wortels, bladeren of bloeiwijzen, die of spontaan of na beschadiging van de plant ontstaan.

Adventiefplanten
Planten aan wortels, bladeren of bloeiwijzen, die of spontaan of na beschadiging van de plant ontstaan.

Aflegger
Voor beworteling op de bodem afgelegd plantendeel.

Afwisselende bladstand
De bladeren staan afwisselend links en rechts van de stengel.

Agnatha
Vissen zonder kaken.

Alg
Plant met een lage ontwikkeling
Plant met een lage ontwikkeling

Algicide
Algendodende stof
Algendodende stof

Alkalisch
Kalkhoudende reactie van het water
Kalkhoudende reactie van het water

Amfibisch
Zowel in het water als op het land levend.
Zowel in het water als op het land levend.

Ammonium
Ammonium is het eerste tussenproduct wat door bacteriƫn wordt gemaakt uit stikstofhoudende afval.
Ammonium is het eerste tussenproduct wat door bacteriƫn wordt gemaakt uit stikstofhoudende afval.

Anaƫroob
Zonder zuurstof.
Zonder zuurstof.

Anatomie

Wetenschap van de inwendige bouw van organismen, de cel- en weefselleer omvattend.

Anthere

Helmhokje.

Anthese

Ontwikkelingsfase van de bloemorganen van het eind van het knopstadium tot het begin van het verwelken.

Anthocyaan

In het celsap opgeloste kleurstoffen, waarvan het kleurkarakter o. a. van de pH-waarde van het celsap afhangt.

Apomixis

Voortplanting, die schijnbaar met de seksuele overeenkomt, maar in werkelijkheid zonder bevruchting plaatsvindt; zaadvorming zonder voorafgaande bevruchting.

Artemia
Artemia zijn pekelkreeftjes, die in de zoutmeren in de Verenigde Staten leven. De eitjes daarvan hebben de prettige eigenschap dat ze heel lang houdbaar zijn en als ze uitkomen hoogwaardig voedsel leveren voor jonge visjes. (de larfjes (Artemia-naupliƫn) zijn piepklein). Nog een voordeel is dat ze bewegen, zodat jonge visjes er instinctief naar happen.
Artemia zijn pekelkreeftjes, die in de zoutmeren in de Verenigde Staten leven. De eitjes daarvan hebben de prettige eigenschap dat ze heel lang houdbaar zijn en als ze uitkomen hoogwaardig voedsel leveren voor jonge visjes. (de larfjes (Artemia-naupliƫn) zijn piepklein). Nog een voordeel is dat ze bewegen, zodat jonge visjes er instinctief naar happen.

Assimilatie
Opbouw van lichaamseigen organische stoffen uit anorganische of andere organische stoffen. Vaak verstaat men onder assimilatie in het bijzonder de vorming van zetmeel uit kooldioxide en water met behulp van lichtenergie en bladgroen (zie fotosynthese).
Opbouw van lichaamseigen organische stoffen uit anorganische of andere organische stoffen. Vaak verstaat men onder assimilatie in het bijzonder de vorming van zetmeel uit kooldioxide en water met behulp van lichtenergie en bladgroen (zie fotosynthese).

Basaal

Aan de basis, wortelstandig.

Bentisch

Zeevissen die op de bodem van de zee leven.

Bestuiving

Overdragen van stuifmeel op de stempel

Bevruchting

Vereniging van de kernen van de mannelijke en vrouwelijke bloemen

Biparenteel

Beide ouders verzorgen/broeden de jongen uit.

Bladgroen

Zie chlorophyl

Bladoksel

De hoek tussen blad en steel

Bladsteel

De steel, die het blad draagt

Bloem

Het deel van de plant, dat dient voor de geslachtelijke vermeerdering

Bloembekleedsels

De buitenste steriele bloembladeren, die de fertiele (vruchtbare) organen omgeven. De bloemdekbladeren zijn gelijk (perigonium) of verschillend gevormd en in kelk en kroon verdeeld.

Bloemknop

Nog niet ontplooide bloem of in rust verkerende spruit

Bloemschacht

Het deel van de steel, dat de bloesem draagt

Bloemsteel

Steel van een enkele bloem

Bloesem

Uit verschillende bloemen samengesteld

Bloesemkrans

Etage van een bloesem

Bodemuitloper

Vorm van vegetatieve vermeerdering waarbij de wortels nieuwe planten vormen.

Bractee

Schutblad van een bloem.

Buikwaterzucht

Bij deze ziekte zwelt de vis op en eet niet meer.

Bulloos

Blazig, gebobbeld.

Chasmogamie

Bestuiving bij bloemen, die zich openen en voor bestuiving met stuifmeel uit andere bloemen toegankelijk zijn.

Chlorofiel

Bladgroen, zie Fotosynthese.

Chondrichthyes

Kraakbeenachtige vissen.

Cleistogamie

Zelfbevruchting binnen de gesloten bloem.

CO2
Gasvormige koolstofverbinding
Zie kooldioxide

Cultivar

Een plant die in het wild niet voorkomt maar door een kweker is ā€˜gemaaktā€™, vaak uit twee andere planten.

Cuticula

Een door de epidermis-oppervlakte uitgescheiden waslaag; bij alle hoger ontwikkelde planten een voor gas en water slecht doorlaatbare, uit cutine bestaande laag ter vermindering van de verdamping.

Dagneutrale planten

De belichtingsduur (daglengte) heeft geen invloed op de bloemvorming.

Diadroom

Soms in zoetwater, soms in de zoutwater levende vis.

Dichasium

Vertakkingsvorm, waarbij de twee zijtakken de voortzetting van de moedertak vormen.

Dichotoom

Gaffelvormig vertakt met twee gelijkwaardige zijtakken.

Diffusie

Uitwisseling van moleculen totdat er een evenwichtstoestand ontstaat

Diffusieoppervlak

Oppervlak waar de diffusie plaatsvindt

Diplolid

Cellen met dubbel aantal chromosomen.

Doosvrucht

Uit enkele vergroeide vruchtbladen gevormde vrucht, die bij rijpheid open springt.

Dwarsnerf

Kortere bladnerven, die in een hoek af staan van de lengtenerven

Eenhuizig

Planten die bloemen hebben die hetzij slechts meeldraden (mannelijk) of slechts stampers (vrouwelijk) bevatten.

Eenjarig

De totale levensloop van een plant, van de kieming tot aan het rijpen van de vrucht, voltrekt zich binnen Ć©Ć©n groeiperiode.

Eenslachtig

Bloemen waarin zich hetzij slechts vrouwelijke (stampers), hetzij slechts mannelijke (meeldraden) geslachtsorganen bevinden.

Emers

Boven water levend.

Endeem

Organisme dat in tegenstelling tot een kosmopoliet van nature slechts in een klein gebied voorkomt.

Epidermis

Opperhuid, oppervlaktecellaag van hogere planten en dieren.

Epifyt

Een epipyt is een plant die op een andere plant groeit. Maar zijn voeding niet uit de andere plant haalt. Bijvoorbeeld: mos, korstmos, orchideeƫn, bromelia's (met name Tillandsia's) en algen

Epipelagisch

Zeevissen die ver uit de kust en vlak bij het wateroppervlak leven.

Esthetiek

Betrekking hebben op de waardering van het schone

Eutroof

Voedselrijk.

Fertiel

Vruchtbaar.

Filament

Helmdraad.

Fosfaat
PO4
PO4

Fotosynthese
Fysiologisch proces, waarbij uit anorganische stoffen onder katalytische medewerking van het bladgroen en onder benutting van het zonlicht organische stoffen (koolhydraten) worden opgebouwd, vaak ook als assimilatie in engere zin aangeduid.
Fysiologisch proces, waarbij uit anorganische stoffen onder katalytische medewerking van het bladgroen en onder benutting van het zonlicht organische stoffen (koolhydraten) worden opgebouwd, vaak ook als assimilatie in engere zin aangeduid.

Franse Rode Klei

Een kleisoort uit frankrijk met een hoge concentratie ijzer. Prima voor in de bodem van het aquarium. Kan ook gebruikt worden als bijvoeding door er balletjes van te maken.

FRK

Een kleisoort uit frankrijk met een hoge concentratie ijzer. Prima voor in de bodem van het aquarium. Kan ook gebruikt worden als bijvoeding door er balletjes van te maken.

Gedeformeerd

Afwijkend van de goede

Geslachtelijke voortplanting

Voortplanting langs geslachtelijke weg (b. v. door zaden).

Gesteeld

Als het blad op een steel zit

GH

De Gh-waarde, of ook wel de totale hardheid, is het totaal van calcium en magnesiumzouten. Deze mineralen zijn nodig voor de planten die deze als voedingsstof verbruiken.

Grondstandig

Bladeren, die uit de wortelstok naar boven groeien

Gynoecium

Het totaal van de vrouwelijke organen resp. de stampers van een bloem.

Heteromorf

Verschillend gevormd.

Heterophyl

Met verschillende bladeren

HMF

Hamburger Matten Filter

HQI

Metaaldamp lamp

Huidmondjes

Openingen in de epidermis van de planten, die door twee bijzonder gevormde sluitcellen zijn omgeven; ze reguleren de opname van kooldioxide en de afgifte van waterdamp voor de fotosynthese.

Hypanthium

Bloembeker; een buisvormig deel tussen het vruchtbeginsel en de overige bloemorganen.

Indusium

Sluier, het tere omhulsel, dat bij de varens de groep sporangiƫn omhult.

Intercellulaire ruimten

Ruimten tussen de cellen, die een samenhangend, met lucht gevuld systeem vormen.

Internodiƫn

Tussen twee knopen (nodiƫn) liggend stengelstuk.

Kalkvliedend

Planten, die geen kalk verdragen kalkhardheid door kalk veroorzaakte hardheid van water

KH

De KH waarde wordt gemeten als carbonaatgehalte (CO32-) in het water, ook wel de carbonaathardheid genoemd. De KH waarde is tevens van grote invloed op de pH waarde omdat het werkt als een buffer tegen verzuring. De balans tussen carbonaten en bicarbonaten zorgt in combinatie met koolzuurgas voor een stabiele pH-waarde zolang er voldoende carbonaten/bicarbonaten in het water aanwezig zijn.

Kiemen

De eerste aanzet van het zaad tot een plant

Knoop

iets verdikte plaats, waar het blad aan de stengel zit

Kooldioxide
Gasvormige koolstofverbinding (C02)
Gasvormige koolstofverbinding (C02)

Koolzuur

In water opgeloste kooldioxide (H2C03)

Korte-dagplant

Planten die bij een dagelijkse belichtingsduur van minder dan 12 uur bloeien.

Kosmopoliet

Plantensoort die min of meer over de gehele aarde is verspreid.

Kransgewijze bladstand

Drie of meer bladeren zijn in een krans gerangschikt.

Kruisgewijze bladstand

De bladeren staan twee aan twee tegenover elkaar, en eik bladpaar staat loodrecht op het vorige.

Lancetvormige bladvormen

Grootste doorsnede van de bladschijf ligt onder het midden.

Lange-dagplant

Planten, die bij een dagelijkse belichtingsduur van meer dan 12 uur bloeien.

Larvofiel

Bij larvofiele muilbroeders worden de eieren eerst gelegd en worden de larven bij het uitkomen (of kort daarna) in de bek genomen.

Leem

Mengsel uit klei en zand

Lengtenerf

Van de bladbasis naar de bladpunt lopen de nerf

LFS

Local Fish Store

LFS
Local Fish Store (lokale vissen winkel)

Lijnvormige bladvorm

Breedte tot lengte als 1 6 tot 8; bladranden parallel.

Lintvormige bladvorm

Breedte tot lengte als 1

Luchtblad

Blad, dat zich boven water ontwikkelt

Lumen

De hoeveelheid licht die een lamp per seconde geeft.

Lux

Waarde waarmee licht gemeten wordt

Macrosporangium

Sporenhoopje voor macrosporen.

Macrospore

Vrouwelijke (grotere) spore.

Mannelijke bloemen

Bloemen, die slechts meeldraden dragen.

Mesotroof

Gemiddelde voedselrijkdom tussen oligotroof (voedselarm) en eutroof (voedselrijk).

Micro-Siemens

Het geleidende vermogen (uS), ook wel micro-Siemens genoemd geeft de hoeveelheid opgeloste stoffenweer in het water.

Microsporangium

Sporenhoopje voor microsporen.

Microspore

Mannelijke (kleine) spore.

Middennerf

De nerf, die van de bladbasis naar de blad punt loopt

Modificatie

Door milieuveranderingen veroorzaakte omvorming in een plant

Moerasplant

Plant van vochtige of natte bodem

monotypisch
een soort
Er komt maar een soort voort uit een montypisch geslacht.

Morfologie

Wetenschap van de uitwendige bouw of vorm van dieren en planten.

MTS
Multiple Tank Sydrome (Meerdere Bakken Gekte)
Multiple Tank Sydrome (Meerdere Bakken Gekte)

Muilbroeders

De vissen broeden de eieren uit in de mond.

Mutatie

Een spontaan optredende verandering van het erfelijk materiaal.

NBAT

Nederlandse Bond Aqua Terra

nbat

Nederlandse Bond Aqua Terra

Nectariƫn

Honingklieren, afscheidingsorganen, die nectar ter aanlokking van insecten afscheiden.

Niche

Het totaal van de omstandigheden, die een bepaalde soort het leven mogelijk maken.

Nitraat
NO3: Is een eindproduct uit de stikstofkringloop. Het is het laatste product uit de aƫrobe kringloop van de afbraak van afvalstoffen tot voedingsstoffen voor de planten.
NO3: Is een eindproduct uit de stikstofkringloop. Het is het laatste product uit de aƫrobe kringloop van de afbraak van afvalstoffen tot voedingsstoffen voor de planten.

Nitriet
NO2: Is een zeer giftig tussenproduct uit de stikstofkringloop. Zelfs bacteriƫn sterven hieraan als concentraties boven 1,5 mg/l ontstaan. Voor vissen kan een nitrietgehalte boven 0,15 mg/l al giftig en zelfs dodelijk werken.
NO2: Is een zeer giftig tussenproduct uit de stikstofkringloop. Zelfs bacteriƫn sterven hieraan als concentraties boven 1,5 mg/l ontstaan. Voor vissen kan een nitrietgehalte boven 0,15 mg/l al giftig en zelfs dodelijk werken.

NO2
Nitriet: Is een zeer giftig tussenproduct uit de stikstofkringloop. Zelfs bacteriƫn sterven hieraan als concentraties boven 1,5 mg/l ontstaan. Voor vissen kan een nitrietgehalte boven 0,15 mg/l al giftig en zelfs dodelijk werken.
Nitriet: Is een zeer giftig tussenproduct uit de stikstofkringloop. Zelfs bacteriƫn sterven hieraan als concentraties boven 1,5 mg/l ontstaan. Voor vissen kan een nitrietgehalte boven 0,15 mg/l al giftig en zelfs dodelijk werken.

NO3
Nitraat: Is een eindproduct uit de stikstofkringloop. Het is het laatste product uit de aƫrobe kringloop van de afbraak van afvalstoffen tot voedingsstoffen voor de planten.
Nitraat: Is een eindproduct uit de stikstofkringloop. Het is het laatste product uit de aƫrobe kringloop van de afbraak van afvalstoffen tot voedingsstoffen voor de planten.

Nodiƫn
Knopen, stengelknopen (aanhechtingsplaats van de bladeren bij stengelplanten).
Knopen, stengelknopen (aanhechtingsplaats van de bladeren bij stengelplanten).

Nomenclatuur

Leer van de naamgeving. De door Linnaeus ingevoerde naamgeving van dieren en planten naar geslacht en soort (binaire nomenclatuur). Bij het niet inachtneming van deze regels is een gegeven naam meestal ongeldig.

Oecologie

Wetenschap van de relaties van de organismen tot elkaar en tot hun omgeving.

Oligotroof

Voedselarm.

Osteichthyes

Vissen met botten.

Overblijvend

De plant bloeit en draagt vrucht gedurende verscheidene jaren.

Overwinteringsknoppen

Zie Turionen

Ovofiele

Bij ovofiele muilbroeders worden de eieren direct na het leggen in de bek genomen en uitgebroed.

Ovovivipaar

Eierlevendbarend

Paludarium

Nabootsing van een moerasbiotoop voor vochtminnende dieren en planten, gewoonlijk met water- en landdeel. maternaal

Paternaal

De vader verzorgd/broed de jongen uit.

Perianth

Dubbel bloemdek, meestal uit een groene kelk en opvallend gekleurde kroon bestaand.

Perigonium

Bloemdek bestaande uit gelijkvormige en gelijk gekleurde bloemdekbladeren. Er is dus geen verschil tussen kelk- en kroonbladen.

PH-waarde

Getalsmatige uitdrukking van de zure of basische reactie van stoffen. De pH waarde geeft het aantal vrije waterstof (H+ ) ionen weer. Het aantal H+ ionen bepaald de zuurgraad van het water in een schaal van 0-14. Water (H2O) is opgebouwd uit H+ en OH- ionen.

Pistillodium

Steriele stempel.

Plantenstraatje

Langgerekte formatie van planten in de aquariuminrichting

PO4
Fosfaat
Fosfaat

Polymorf

Veelvormig.

Pp
Afkorting van pondus Hydrogenii = gewicht van de waterstof
Afkorting van pondus Hydrogenii = gewicht van de waterstof

Primaire bladeren

De bij veel planten na de kiembladeren verschijnende, van de latere bladeren verschillende eerste bladeren.

Primaire nerf

Hoofd- of middennerf, waarvan de andere nerven afbuigen

Proliferatie

Levendbarende plantenvorming

Pseudovivipaar

Schijnbaar levendbarend

Redoxpotentiaal

(rH-waarde) Dit is de verhouding tussen reducerende en oxiderende stoffen. De reducerende stoffen zijn o.a. de afvalstoffen, zoals bijvoorbeeld de afvalstoffen van vissen Hiervoor is dus zuurstof nodig om dat te verwerken. De oxiderende stoffen zijn stoffen zoals bijvoorbeeld zuurstof en ozon waarmee de afvalstoffen verwerkt kunnen worden (door baccies bv).

Revisie

Herziening van de nomenclatuur

Rizoid

Een- of meercellige haren, die de wortels vervangen. Hun functie is hoofdzakelijk de verankering in/aan het substraat.

Rizoom

Wortelstok, ondergronds, meer of minder verdikt stengelstuk. De rizomen slaan vaak zetmeel op.

Rozetplant

Bodemstandige plant, waarvan de bladeren een rozet vormen

Rudimentair

Gedegenereerde maar nog aanwezige organen, die hun oorspronkelijke functie verloren hebben.

Scherm
Bloeiwijze
Bloeiwijze met verkorte hoofdas, waarop de ongeveer van Ć©Ć©n punt straalvormig uitgaande, meer of minder lang gesteelde afzonderlijke bloemen staan. Als in plaats van de afzonderlijke bloempjes weer kleine schermpjes zitten, spreekt men van een samengesteld scherm.

Schijnaar

Gedrongen pluimvormige bloeiwijze.

Schildvormig

De steel is in het midden van de bladschijf aangehecht.

Secundaire bladeren

Na de primaire bladeren verschijnende bladeren met de voor die soort kenmerkende vorm.

Semi-emers

Planten, die gedeeltelijk onder water en gedeeltelijk met hun scheuten boven de oppervlakte uitsteken.

Solitairplant

Een afzonderlijk staande plant

Sp.

Zie Species

Spadix

Bloemkolf.

Spatelvormig

Bladschijf langer dan breed, top breed afgerond, voet breed in de steel aflopend.

Spatha

Een vaak opvallend gekleurde bractee, typische voor Aronskelkachtige planten.

Spirulina

Voedsel dat voornamelijk bestaat uit de zee-alg Spirulina. Het vormt voor vissen met een hoofdzakelijk plantaardig menu een hoogwaardig voedsel waar andere vissen ook vaak goed mee uit de voeten (vinnen) kunnen. Het is verkrijgbaar in de vorm van vlokken, sticks, tabletten en granulaat (kleine korrels)

Sporangium

Sporenhoopje.

Sporocarpiƫn

De door een dikke sluier volledig omsloten sporenhoopjes van watervarens.

Sporofyllen

Sporenbladeren, de sporangiƫn dragende bladeren van varens.

Staminodiƫn

Rudimentaire, steriele meeldraden, die geen vruchtbaar stuifmeel voortbrengen.

Stempel

Het uiteinde van de stamper waarop voor de bevruchting stuifmeel moet worden afgezet.

stengelplant

Plant,die haar bladeren op een stengel vormt

stuifmeel

Zaad van de plant

Submers

Ondergedoken, onder water levend.

Sympatrisch

Aanduiding voor soorten met gelijke of overlappende verspreidingsgebieden.

Synandrium

Orgaan door de vergroeiing van het totaal der meeldraden ontstaan.

Syncarpium

Vrucht, die uit twee of meer vergroeide vruchtbladeren van Ć©Ć©n of meer bloemen ontstaat, b. v. bij Cryptocoryne-soorten of bij Ananas (uit verscheidene vergroeide vruchten gevormd).

Synoniem

Ongeldige plantennaarn.

Syntoop

Op dezelfde groeiplaats voorkomend.

Systematiek

Vakrichting van de biologie met de taak, de evolutionair bepaalde verwantschappen bij dieren en planten vast te stellen en ze in een systeem te rangschikken. Een deelgebied van de systematiek is de taxonomie.

Taxonomie

De leer van de wetmatigheden van de ordening, met de opgave de organismen te beschrijven, te benoemen en in een systeem te rangschikken.

Tegenoverstaande bladstand

De bladeren staan twee aan twee tegenover elkaar. Wanneer de bladeren kruisgewijs tegenover elkaar staan spreekt men van kruisgewijze bladstand (zie aldaar).

Tepalen

De afzonderlijke blaadjes van een perigonium (bloemdek, als dat niet in kelk en kroon is verdeeld).

Thallus

Plantenlichaam, vooral van algen, korstmossen en eenvoudige mossen; niet in stengel, bladeren en wortels verdeeld.

Tillandsia

Het plantengeslacht Tillandsia van de Bromeliafamilie (Bromeliaceae) telt meer dan 400 soorten en komt voor in bossen, woestijnen en bergen van Midden- en Zuid-Amerika, Mexico en het zuiden van de Verenigde Staten. De meeste tillandsia's zijn epifyt.

Toppen

Afsnijden van de groeipunt (bovenkant van de stengelplant).

Transpiratie

Afgifte van waterdamp.

TriploĆÆd

Cellen met het drievoudige aantal chromosomen.

Tros

Bloeiwijze met langs een gestrekte stengel gerangschikte, gesteelde bloemen.

ttiwwop

This Thread Is Worthless Without Pictures

Turionen

Overwinteringsknoppen van talrijke waterplanten. Ze worden in de herfst gevormd, overwinteren op de bodem van het water en stijgen pas in het voorjaar weer naar de oppervlakte, waar ze zich tot nieuwe planten ontwikkelen.

Tweehuizig

Mannelijke en vrouwelijke bloemen zijn over afzonderlijke (eenslachtige) planten verdeeld.

Tweeslachtige bloemen

Bloemen, waarin zowel meeldraden als stampers aanwezig zijn (mannelijk en vrouwlijk).

Type-vindplaats

De vindplaats, waar het exemplaar, waarnaar de plant is beschreven, werd verzameld.

Uitloper

Vorm van vegetatieve vermeerdering

Var.

Afkorting voor variƫteit

Variƫteit

Veranderd, verscheiden Meestal wordt er een gekweekte versie van een plant mee bedoeld (zeg een kleurvariant)

Vedernervig

Als de zijnerven aan een middennerf ontspringen

Vegetatieve vermeerdering

Voortplanting langs ongeslachtelijke weg (b. v. door zijscheuten, afleggers, enz.).

Vrucht

Het voortplantingsorgaan, dat de zaden bevat

Vruchtbladen

Bladorganen van de plant, die de zaadknoppen voortbrengen.

Vruchtknop

Vrouwelijk deel van de bloem, waar de vruchten ontstaan

VVV

http://www.venividivissie.org

Wagt

Wordt Aan GewerkT

Waterblad

In het water gevormd blad

Waterhardheid

Door hardheid veroorzaakte reactie van het water (GH, KH)

Wildvorm

Tegenstelling van een gekweekte plant (zoals in de natuur voorkomt).

Wisselstandig

De bladeren staan afwisselend aan de stengel

Witte stip

Witte stip verschijnt als kleine witte stipjes. De blaasjes barsten open en de parasieten kunnen dan de andere vissen besmetten.

Wortelhals

Gedeelte tussen wortel en kiemstengel

Wortelstok

Min of meer verdikt, meestal loodrechte spruit (rhizoom) waaruit de wortels groeien, meestal reservoir voor reservevoedsel stoffen

Zaad

Een na de bevruchting gevormd orgaan voor de voortplanting, waarin de jonge kiem door een beschermend omhulsel is omgeven

Zijnerf

Uit de middennerf ontspringende nerf

Zijspruit

Uit de hoofdspruit komende spruit

Zuurmantel
Een om de plantwortel gevormde citroen-zuurmantel voor het oplossen van de voedselstoffen bij de wortels.
Een om de plantwortel gevormde citroen-zuurmantel voor het oplossen van de voedselstoffen bij de wortels.

Omhoog