Voor het grootbrengen van kleine, jonge visjes zijn microwormen erg makkelijk. Hier vind je een manier om ze te kweken.

Microwormen zijn kleine wormpjes van 1 tot 1,5 mm lang en een paar haren dik. Ze zijn zo klein dat ze uitermate geschikt zijn voor de kweek van vissen. De wormen zijn wit, continu aan het eten en hebben maar één doel in hun leven: voortplanten. Ze houden van een vochtige omgeving tussen de 15 en 25 graden.




Benodigdheden

1. Een bak/container. Die kan het beste transparant of zwart zijn, dan kun je de wormen tijdens het oogsten goed zien. Handig is om meerdere bakjes te maken, zodat je de wormen niet kwijt bent als er met één bakje iets niet goed gaat.

2. Een voedingsbodem voor bacteriën (het voesel voor de wormpjes). Dat kan het allergoedkoopste pak havermout zijn. Vooral geen soort kopen met allerlei toevoegingen. Dat gaat uiteindelijk alleen maar stinken. Dat geldt ook voor andere voedingsbodems als brood of Brinta.

3. Vocht. Ook hier geldt: hou het eenvoudig, zodat de boel later niet gaat stinken. Kortom: gebruik gewoon kraanwater.

4. Een entportie wormen, die je dient te krijgen van iemand anders die al een kweek heeft staan. Een paar kleine schepjes is al genoeg.




De voedingsbodem bereiden



Voor de voedingsbodem neem je 3 delen havermout op 5 delen water. Ik gebruik een klein theekopje. Wegen kan natuurlijk ook. (bv. 300 gram havermout en een halve liter water of 3 kopjes havermout en 5 kopjes water). Dit mengsel doe je samen in een bak die in de magnetron kan. Eerst de boel even flink door elkaar roeren.



en daarna op vol vermogen 1,5 minuut in de magnetron. Een beetje afdekken tegen het spetteren voorkomt geruzie thuis.



Na anderhalve minuut haal je het goedje uit de magnetron, roert het nog weer eens flink door en dan kan het nog een keer 1,5 minuut in de magnetron. Zelfde stand. Als je het daarna weer doorroert, zou je een dikke, papperige brei moeten hebben. Als het nog erg vloeibaar is, kun je er nog wat droog havermout bij doen en weer doorroeren. Verwarmen is dan niet meer nodig.



De dikke brei verdeel je over de kweekbakjes. Vervolgens laat je alles goed afkoelen. Bij temperaturen boven de 25 graden gaan de wormpjes dood. Als je haast hebt, vul je de wasbak met een laag koud water en zet je de bakjes daar in.



Zodra de brei afgekoeld is, verdeel je de gekregen entportie over de kweekbakjes.




Wachten

Nu doe je een dekseltje, glasplaatje of folie over het bakje. Het bakje niet geheel afsluiten. Er moet wel een beetje frisse lucht in kunnen. Je kunt ook een paar keer per dag het dekseltje even optillen of gaatjes in het deksel maken. Op zich geeft het prutje niet een overdreven stank af, maar ruiken doe je het uiteindelijk wel. Niet iedereen blijkt daarvan gediend... Zet de bakjes neer op een plek waar het niet warmer dan 25 graden wordt. Voor het raam in de volle zon, is dus geen goed idee. Daarna is het wachten tot de microwormen hun taak van voortplanten hebben uitgevoerd.




Oogsten

Na een dag of 2 tot 5 zul je wormpjes tegen de randen zien opkruipen (ze komen meestal niet hoger dan een cm of 3, maar ontsnappen willen ze ook niet, want het is veel te droog buiten het bakje). Hier komt dus het transparante of zwarte bakje goed van pas, want dan kan je ze veel duidelijker zien. Vanaf nu is het oogsttijd. Zelf doe ik dit met een kwast. Je strijkt langs de rand van je bakje waar je klodders of plakken wormpjes ziet zitten. Probeer zo min mogelijk de voedingsbodem aan te raken, maar geen schrik als dit toch gebeurt, een klein beetje kan geen kwaad (het is tenslotte maar havermout, water en infusie). De kwast spoel je dan af in een testglaasje water, zodat de wormen in het water zwemmen. Daarmee voer je de jonge vissen.




Houdbaarheid

Een kweek microwormen gaat gemakkelijk 2 tot 3 maanden mee. Als het wat te vloeibaar wordt, voeg ik gewoon weer wat droge havermout toe. Om een nieuwe kweek te starten, neem je simpelweg een schepje uit je draaiende kweek, en begin je weer vanaf het begin van deze uitleg. Als er aan het begin een klein beetje schimmel komt, is dat geen probleem, want dit wordt wel weer opgegeten. Als het erg veel is, dan kun je de schimmel het beste er gewoon uitscheppen en weggooien. Als de prut uiteindelijk toch behoorlijk begint te stinken, dan is het zaak om zo snel mogelijk een nieuwe kweek op te zetten.

Succes met het kweken!