Eén van mijn TL-buizen krijg ik, hoe ik ook probeer, niet uit de kap losgedraaid. Verkalkt? Goede raad is duur. Maar ik porteer voor een goedkope oplossing en vraag mijn 78-jaar oude buurman of hij bereid is om even te helpen. Binnen vijf minuten belt de lieverd al aan en in een mum van tijd is een van de twee TL’s vervangen. De tweede vervang ik keurig volgens de instructies pas over twee maanden.
De kap is behoorlijk vervuild, kalk en alg. Dus meteen maar even in de keuken schoonmaken. Ik vraag mijn buurman om op een stoel voor de bak te gaan zitten, want het is al diverse malen gebeurd dat een van mijn bijlzalmen een reuze sprong buiten boord nam. Terwijl ik in de keuken ijverig aan het boenen ben, hoor ik mijn buurman roepen: “mevrouw, mevrouw, kom gauw, er is een vis uitgesprongen.” Ik ren naar de huiskamer en zie dat mijn buurman naar zijn broek wijst: “Daar ligt ie ergens.” De avontuurlijke bijlzalm spartelt op een wel erg precaire plek, hoog tussen de dijen van de buurman. Ik wil het beest pakken, maar die spartelt verder naar zo’n intieme locatie dat ik alleen nog maar durf te kijken.
“Heeft u hem al?”, vraagt de buurman die inmiddels half liggend op mijn stoel zit. Ik duik met bijna gesloten ogen mijn bijlzalm achterna en mompel: “Neemt u me niet kwalijk, maar hij zit op een wat vreemde plek.” Ik krijg een rooie kop van schaamte. Maar ik heb hem te pakken en gooi hem in de bak waar hij blijkbaar ongestoord verder zwemt. Ik krijg een lachbui en kan bijna niet meer stoppen. De buurman lacht gelukkig vrolijk mee. Na een kopje koffie zegt hij met een akelige knipoog: “Nou, als ik u nog eens kan helpen, u zegt het maar hoor….”. Ik heb al een tijdje geen bijlzalmen meer. Lotje