De bak ruim 2 jaar geleden
In huize Pietersma is zoals inmiddels bekend mag zijn de benedenverdieping het eigendom van Ellen, de vrouw van Hans die ondanks haar behoorlijke griepaanval de hele dag voor iedereen hapjes en drinken aan het verzorgen was. Maar zodra je de 1e trap naar boven hebt genomen ben je op het terrein van de 2 generaties Pietersma die helemaal paludarium gek zijn. In een ander verslag is de bak van zoonlief Martijn al beschreven, wiens bak in zijn eigen slaapkamer staat te pronken. Neem je echter de trap naar zolder dan kom je in het domein van Hans zelf terecht.

Totaalbeeld nu
Toen Sieldra en ik aankwamen op de zolder was Raoul (Rjoemman) nog zichtbaar onder de indruk toen we hem daar aantroffen. Waar ik in het verslag van de vorige keer dat we bij Hans waren nog de opmerking maakte dat het geheel nog wel even tijd nodig had om echt mooi in te groeien, was daar nu absoluut geen sprake meer van. Door een uitgekiend spel van de juiste plantenkeuze op de juiste plaats, voldoende grote groepen planten maar ook door de kunst van op sommige plekken de planten weg te laten is er in Hans zijn bak een prachtig stuk natuur ontstaan. En wel zo mooi dat het de echte oerwouden overtreft qua schoonheid.

Wilma probeert Raoul weer van alles wijs te maken
Zoals iedereen op de site van Hans kan lezen heeft hij zijn paludarium helemaal zelf gebouwd. Nou ja, samen met zijn goede vriend Rob dan. Samen hebben ze uitvoerig nagedacht over hoe een en ander in elkaar te zetten. In totaal hebben negen maanden van denken over en bouwen aan de bak er voor gezorgd dat alles klopt tot in de kleinste details. Hans heeft voldoende loze leidingen aangebracht om in de toekomst nog wijzigingen in de techniek aan te kunnen brengen, alhoewel ik me nauwelijks voor kan stellen dat dit ooit nog nodig zal zijn.

Blik op de linkerzijde van het paludarium

Klein detail
Als we beginnen onderin de bak dan zien we daar een watergedeelte met een inhoud van 600 liter. Het samenspel van kienhout, stenen, zandbodem en donker water geven je het idee te kijken naar een uitsnede van de Rio Negro. In deze rivierbedding zwemmen 5 stuks discus (voormalige dieren van Jabas). Waar ik eerder vermoedde dat dit geen gezicht zou zijn, blijkt dit in de praktijk toch wel een erg fraai gezicht moet ik eerlijk bekennen.

Erg fraaie discussen sieren het watergedeelte
Samen met de discussen mogen ook een flinke school kardinalen, een school bijlzalmpjes, enkele Maroni’s, een school corydoras punctatus, enkele L-nummers en een aantal roodschaar garnalen zich uitleven in het watergedeelte.

De flitser brengt de school kardinalen in beeld, evenals de opgedroogde waterstrepen
Ga je dan via vervolgens met je blik via de uit het water omhoog stekende stukken hout langzaam naar het bovenwater gedeelte toe dan zie je dat alles naadloos in elkaar overloopt. Aldaar tref je boomstronken, lianen en perfect nagebootste junglebodem aan. Dit geheel is bij de bouw van de bak kunstig opgetrokken uit piepschuim, purschuim en epoxyhars bestrooid met turfstrooisel. Dat dit allemaal kunstmatig is zou je bij de aanblik van de bak echter geen moment beseffen. Hans is overigens een roepende in de woestijn als het aankomt op gebruik van epoxyhars in een paludarium. Vele zogenaamde experts ebweren dat hierop geen planten zouden groeien, dit terwijl Hans toch wel degelijk anders bewijst.

Raoul werpt een blik op de perfecte uitwerking van de techniek

Het bewijs dat Hans niet ALTIJD alles netjes op orde heeft
Het mooie van de compositie van de planten in het paludarium van Hans is vooral dat het er geloofwaardig uit ziet. Dit zou zomaar kunnen in het oerwoud. Niet te veel soorten, rustig opgebouwd met juist grote plantengroepen, maar toch met subtiele contrasten wat betreft vorm en kleurtinten. En dus laat Hans zien dat je juist zonder al te veel gebruik te maken de aandachttrekkende roodtinten een veel natuurlijker geheel krijgt.

Zeer fraaie plantensoorten

Finese is een kunst

Leuke kleine details
Heel vernuftig is ook de verlaging van de inkijk in de bak door middel van een simpel plaatje bovenin de nok. Hierdoor kijk je EN niet meer rechtstreeks tegen de verlichting aan EN geeft de bak optische “oneindigheid” mee. Het lijkt alsof de bak nog meters door gaat, ver boven het dak uit.

Linkerkant van de bak

Klein doch fijn

Leuk met de macrolens spelen
Mijn favoriete stuk van de bak is toch wel de erg sterke linkerzijde. Juist daar waar meer hout naar voren komt en Hans de kunst van het weglaten uitermate goed heeft toegepast. Als kers op de taart hangt daar dan boven de prachtige bekerplant in volle glorie. Als ik dan toch een klein minpuntje moet noemen van de compositie is dat de bak voor mij wat overhelt naar links voor wat betreft dieptewerking, schoonheid en uitstraling. De hele tijd als ik voor de bak zit gaan mijn ogen onwillekeurig weer naar die kant van de bak. Dat kan ook komen doordat rechts van het midden de plantengroep inmiddels wel erg fors is geworden, waardoor de rechterkant niet helemaal tot zijn rechts komt. Maar je bent wel heel erg aan het mierendingessen als je in dat soort termen gaat praten.

De fantastische bekerplant

Blik op de rechterkant van het paludarium
De bewoners van het landgedeelte mogen er trouwens ook zijn. Buiten 2 Epipedobates tricolor die hun oude dag aan het slijten zijn waren er 9 stuks prachtige Dendrobates leucomelas aanwezig. Verder een aantal Phyllobates bicolor en volgens opgave van Hans ook nog hagedisjes van de soort Holaspis guentheri. Deze hagedissoort is volgens de boeken uitermate geschikt voor een verblijf in een paludarium met de bijbehorende hoge luchtvochtigheid.

Dendrobates Leucomelas

Amper zichtbare Phyllobates bicolor - natuurlijk toch gespot door speurneus Wilma

Nogmaals D.leucomelas
Het hele verhaal bij elkaar optellend kwam ik al snel tot een belangrijke conclusie toen ik zo voor de bak stond van Hans (gelukkig iets voordat de grote drukte aan mensen binnen kwam). Ik heb namelijk zowel live bij keuringen op vereniging- als districtsniveau maar ook via internet op vele sites, maar ook bij de keuringsuitslagen van de NBAT al vele bakken mogen aanschouwen. Maar nu de bak van Hans is ingegroeid en er bij staat zoals nu heb ik nog nooit, maar dan ook echt nooit zo een schoonheid van een bak gezien.

Op een gegeven moment was het dringen voor de bak!
Hans, Ellen en Martijn; heel erg bedankt voor de enorm gezellige middag en de goede zorgen! Wij hopen de bak nog vele malen als groot voorbeeld te mogen gebruiken.

Er stonden op zolder ook nog twee kweekbakjes klaar

Kweekbakje nr2.